Terrassa (Spanje) woensdag 29 april 2015
Vanochtend werd ik wakker met de blijde gedachte dat ik alweer voor de derde dag op rij zonder de symptomen van dystonie zou kunnen werken. Het bijna onmogelijke is waar en ik kan nauwelijks geloven dat me dit echt overkomt. Met veel plezier begin ik ’s ochtends vroeg aan de wandeling naar het instituut, die me net iets meer dan 20 minuten kost mits ik stevig door loop, door het misschien wel lelijkste stadje dat ik ooit heb gezien.
Na een goede autoreis, treinreis, vlucht, bus-, tram – en wederom een busreis had ik bijna de bestemming van die dag bereikt. Ik kreeg een warm welkom en dat kon ik wel gebruiken. Het had me al met al 12 uur gekost om vanaf Maarn, ik sliep daar bij vrienden, tot in Terrassa te komen. De volgende ochtend moest ik vroeg aanwezig zijn dus ik heb een wandeling van 2 uur gemaakt om de reis achter me te laten en de stad enigszins te leren kennen. Het industriestadje is voor Hollandse begrippen nogal een stad die aan meer dan 200 000 mensen plaats biedt en dat heb je dus niet zomaar gezien.
Toen het eindelijk maandagochtend was, kon de therapie beginnen waar ik al maanden naar uit keek. Vanaf nu mocht ik niet meer zomaar even spelen, alhoewel ik dat toch al niet graag meer deed bleek dit moment toch één te zijn waar ik even bij stil wilde staan. De dag ervoor zag ik in Barcelona nog een piano op straat staan en was toen al niet meer dapper genoeg om daar op te spelen en de mogelijkheid te grijpen om met een Spaanse Dans van Granados afscheid te nemen van een tijdperk. Dat afscheid had ik klaarblijkelijk al veel eerder genomen.
Dokter Jaume Rosset en mijn fysiotherapeute Sylvía Fabregas liep ik meteen tegen het lijf in de hal van het kleine maar knusse Institut l’Art. Er was ook een co-schapper aanwezig die zijn studie geneeskunde afrondt in de komende maanden en dan auditie zal gaan doen aan het Amsterdams conservatorium. Het begon met een gesprek en daar ben ik gelukkig nog steeds goed in. Ze wilden me persoonlijk beter leren kennen en karaktertrekken ontdekken die van invloed zouden kunnen zijn op het mogelijke herstel. Al gauw daarna verplaatsten we ons naar een ruimte met een piano die duidelijk niet voor het grote werk gemaakt was, maar prima voldoet aan de eisen van de oefeningen. Er is een spiegel op geplaatst zodat de handen van alle kanten nauwlettend in de gaten kunnen worden gehouden. Voor het archief werd er een filmopname gemaakt. Er werd me gevraagd een serie combinaties te spelen die mijn dystonie vinger, dat is mijn derde ofwel middelvinger, als onmogelijk hadden verklaard. De toonladder van E-groot en moeilijke passages uit werken van Liszt, Beethoven en Hageman heb
ben we ook vastgelegd op video. Er was weinig meer over van deze prachtige muziek omdat ik nauwelijks een goede noot speelde. De muziek was niet echt verdwenen, het was simpelweg een onmogelijke opgave er iets van te maken. Ik zag het voor me, het notenbeeld en de toetsen die ik aan zou moeten slaan, ik hoorde het ook maar kon het al niet eens meer voelen. De Jota Aragonesa uit de Spaanse Rhapsodie van Liszt heeft mijn Spaanse, ze spreekt liever van Catalaanse, therapeute waarschijnlijk niet eens herkend. De toonladder van E-groot had iedere toonladder kunnen zijn, ik miste zeker 3 van de 5 toetsen. Tot mijn opluchting zei ze al gauw dat het genoeg was geweest en daar was ik het volledig mee eens.
In het volgende uur werd de spalk gemaakt waar ik de komende tijd mijn oefeningen mee moet volbrengen. Ook voor het typen heb ik een kleine spalk gekregen en ik mag maar met 6 vingers typen, omdat de dystonie me daar ook te pakken heeft gekregen. De vingers kunnen allemaal gespalkt en ontspalkt worden door middel van een simpele draai aan een inbussleuteltje. De spalk zit perfect en houdt mijn hand in een houding die ik me niet eens meer kan herinneren. Heerlijk voelt het.
De tweede sessie van die dag begon met een massage en het oprekken van mijn onderarm en spieren in en rondom mijn vingers. Ook mijn schouder moet los gemaakt worden, omdat dat ook een compenserende spier is gebleken van de dystonie. Vervolgens moesten mijn hersenen worden gestimuleerd en actief gemaakt worden. Dit gebeurde de eerste dag doormiddel van over een soort van touwladder te lopen die op de grond lag. Bij iedere stap moest ik iets anders bedenken. Dit mocht alles zijn, naast de ladder lopen met links en in de ladder met rechts, zwaaiend met je linkerarm en al vingerknippend met je rechter. De mogelijkheden waren oneindig. De volgende dag zou ik twee ping pong batjes in mijn handen geduwd krijgen en 1 balletje. Een eenvoudige som van mogelijkheden leert ons dat ook hier tal van variaties mogelijk zijn. Dit varieerde van slaan met links of rechts, de zwarte of rode kant, hoge of lage ballen en één of twee slagen per beurt. Puur en alleen om je hersens op scherp te krijgen. Een uitstekende gedachte van ze, want met zulke oefeningen ben ik bloed fanatiek.
Na enkele minuten werd het tijd om te gaan spelen. Met mijn nieuwbakken spalk en een dosis enthousiasme. Het was niet zo simpel als ik had gedacht. De bedoeling van de therapie werd me al in 1 tel overduidelijk. Ik moest namelijk met de ontspalkte vingers spelen en een denk oefening doen met mijn voeten, ogen en zelfs tong. Bij iedere aanslag van een combinatie van bijvoorbeeld mijn tweede en mijn derde vinger moest ik een rijtje volgen van knipper met links, rechts of beide ogen afgewisseld met de tong die naar onder boven, links of rechts moest bewegen. Gelukkig binnensmonds om de gêne enigszins te beperken tot het noodzakelijke, alhoewel ik momenteel tot alles in staat ben wat maar eventueel kan helpen. Wat ik de komende tijd zou moeten doen, had dus meer te maken met het afleiden van mijn hersens dan om een nieuwe beweging aan te leren. Mijn hersenen en mijn aangeleerde denkwijze dachten immers niet meer hetzelfde en door deze afleiding namen mijn hersenen van meet af aan de simpelste oplossing voor de beweging. Wat er op neer komt, alles is ontspannen behalve de vinger die moet spelen. Bij mij was tot voorheen nog spanning nodig in alle omringende vingers van de spelende vinger. Ik controleerde werkelijk alle bewegingen met spanning omdat ik niet anders meer kon. De voor mij moeilijkste combinatie, die tussen vinger 2 en 3, de wijsvinger en middelvinger, kon nooit plaatsvinden zonder spanning. Nu was ik in staat dit te doen. Gedurende die oefening wist ik dat het lukte want ik voelde iets dat eigenlijk niet te voelen was. Namelijk ontspanning. Maar ik was te druk bezig met het denkspelletje dat inmiddels op de tablet voor me was verschenen om volop te kunnen genieten van dit vreugdevolle ogenblik. Na de oefensessie deed ik dat wel en ik voelde voor het eerst in jaren vooruitgang in plaats van achteruitgang. Nu was dit nog maar het prille begin, maar wees eerlijk, het is een begin en daar snakte ik met heel mijn lichaam en geest naar.